zaterdag 30 januari 2010

Drama

5 dagen nadat afgelopen maandag de noodtoestand werd uitgeroepen in Cusco (en inmiddels ook in de departementen Apurimac en Puno) wordt de omvang van de ramp steeds groter. Geschat wordt dat inmiddels ongeveer 4,700 huizen zijn vernield, waardoor meer dan 23,400 mensen dakloos zijn geworden. Nog eens 37,400 mensen zijn slachtoffer geworden omdat hun huizen (ongeveer 7,400) gedeeltelijk verloren zijn gegaan en vaak onbewoonbaar zijn geworden. De dood van zeker 10 mensen is inmiddels bevestigd en verschillende mensen worden nog vermist. Minstens 9 bruggen zijn ingestort, enkele anderen bruggen zijn buiten gebruik omdat ze te gevaarlijk zijn geworden en vele wegen zijn onbegaanbaar geworden.
Meer dan 16,000 hectare landbouwgrond heeft door het water schade opgelopen, waardoor oogsten waarschijnlijk mislukken. Daarnaast wordt geschat dat de toeristenindustrie per dag zo'n 1 miljoen dollar misloopt doordat tours naar Machu Picchu en de Heilige Vallei niet door kunnen gaan. De economische schade voor deze regio, die leeft van de landbouw en het toerisme, zal vele malen groter zijn dan de directe schade door de regenval.

Maar wat berichten de buitenlandse media?????????
Dat er meer dan 3,800 toeristen vastzaten in Aguas Calientes (het dorp bij Machu Picchu) en dat die inmiddels allemaal succesvol zijn geëvacueerd met helikopters. Bravo! De toeristen zijn weer veilig terug in Cusco en kunnen hun reis vervolgen.
Goed, het zal voor de toeristen vast geen pretje zijn geweest in Aguas Calientes, maar naar mijn mening valt hun ongemak in het niets vergeleken bij de schade die de lokale bevolking heeft geleden. Waarom wordt daar niet/nauwelijks over gesproken?

Ik kan me daar behoorlijk boos om maken. En daarin ben ik niet alleen. De Peruanen zelf merken ook de scheve verhouding in het nieuws. Nu is er hier natuurlijk verhoudingsgewijs wel meer aandacht voor de lokale bevolking, maar ook in het Peruaanse nieuws krijgt de evacuatie van de toeristen veel aandacht. En de mensen hier weten dat in het buitenland vooral over de toeristen wordt gesproken en minder over de problemen waar de inwoners van deze gebieden mee te kampen hebben. De moeder van Dayma (zie mijn vorige blog) begon daar zelf over en zei dat haar dat triest maakt. "Het lijkt alsof wij minder belangrijk zijn", zei ze.

Omdat het water wat gezakt was, ben ik donderdag met wat mensen van mijn werk de hele Heilige Vallei doorgereden om te kijken wat de schade is en om te achterhalen of de mensen waarmee wij werken problemen hebben. Vooral in Urubamba (waar ik door de week woon) en nabij Calca was de schade groot. Vele huizen ingestort, velden maïs die nog steeds onder water staan en enkele ingestorte bruggen. Gelukkig blijken "onze mensen" weinig geleden te hebben van de regen. De velden maïs van de coöperatie CENA blijken hoog genoeg te liggen en hebben geen waterschade. En ook enkele families die vlak bij de rivier wonen lijken vooralsnog geluk gehad te hebben.
CENFOPAR wilde graag helpen en stelde accommodatie beschikbaar aan de getroffen gezinnen. Gek genoeg wilden ze daar geen gebruik van maken. De reden is echter heel simpel en goed te begrijpen. De mensen blijven liever als groep bij elkaar in het stadion omdat ze dan eerder en beter geholpen worden dan wanneer ze zich gaan verspreiden over verschillende locaties. CENFOPAR helpt nu door hulpgoederen als matrassen, dekens en kookgerei beschikbaar te stellen.

Wat mij overigens opviel tijdens de rit door het getroffen gebied is dat de mensen er heel gelaten onder zijn. Alsof ze denken "gebeurt is gebeurt, en nu moeten we weer verder". Overal waren mensen bezig bruikbare dingen tussen het puin uit te halen. Dingen waarvan wij de waarde niet zouden inzien zijn voor de mensen erg waardevol: stukken golfplaat, dakpannen, hout, deur- en raamposten, en blokken adobe. Al dat materiaal kan immers gebruikt worden voor het bouwen van een nieuw huis.

Hieronder enkele foto's die ik maakte in de Heilige Vallei:

Situatie bij Calca

Jongetje helpt zijn ouders bij het zoeken van bruikbare spullen in het puin

Hangbrug is volledig meegenomen door de rivier

Een groot rotsblok is van de helling op de weg gevallen

Half huis

Foto van rails naar Machu Picchu, gemaakt door een Amerikaanse toerist die van Aguas Calientes naar Ollantaytambo is gelopen

donderdag 28 januari 2010

Tja, wat zeg je dan

Vanochtend ben ik met Antonino een kijkje gaan nemen bij het voetbalveld van Urubamba. Op dit moment bivakkeren daar onder de tribunes tientallen gezinnen die hun huis zijn kwijtgeraakt. Ook worden er kleren, kookgerei en eten uitgedeeld aan de getroffen gezinnen. We gingen er heen om te kijken of CENFOPAR misschien kan helpen. Op ons terrein hebben we namelijk een internaat voor de studenten van onze landbouwschool, maar aangezien het nu schoolvakantie is staan deze kamers leeg. Ook heeft CENFOPAR een aantal slaapzalen en collegezalen die momenteel niet gebruikt worden.

Terwijl Antonino met de verantwoordelijke personen sprak, stond ik er een beetje verloren bij. Ik voelde me niet echt op mijn gemak. Ik was de enige buitenlander en het voelde een beetje alsof ik was gekomen om naar andermans ellende te kijken. Opeens greep een klein meisje mijn arm vast. Ze keek op het schermpje van mijn camera naar de foto die ik zojuist had gemaakt en begon toen zomaar uit het niets te vertellen.

Ze vertelde dat haar huis was ingestort door het water. Samen met haar vader, moeder en zusje van 1 jaar had ze in alle haast moeten vluchten. Ze hadden geen tijd gehad om dingen mee te nemen en dus was ze nu al haar spullen kwijt. Gelukkig was er niemand gewond. Wel had ze gezien hoe een oude vrouw tijdens het vluchten was gevallen en een hoofdwond had opgelopen. Ze vertelde dat haar hondjes dood waren en het varken kwijt. En dat hun gewassen nu helemaal onder water staan. "Maar ach", verzuchtte ze, "wat kunnen we er aan doen?", "alleen god kan ons helpen".

Ik stond behoorlijk met mijn mond vol tanden. Want tja, wat zeg je tegen een 8 jarig meisje dat dit allemaal net heeft meegemaakt? Niet veel; ik luisterde vooral naar wat ze allemaal te vertellen had, stelde af en toe een vraag en probeerde haar zo en goed en kwaad als het ging gerust te stellen.

Het meisje, dat Dayma bleek te heten, ging verder met haar verhaal. Ze vertelde dat er in haar buurt in Yucay nog maar 2 huizen overeind staan, omdat ze van steen zijn in plaats van adobe. Ze vertelde ook dat dieven misbruik maken van de situatie en bruikbare spullen tussen het puin weghalen. Van haar huis waren er 2 deurposten gestolen die nog in redelijk goede staat waren. Ze wist nog niet waar ze een nieuw huis zouden gaan bouwen, maar wel dat het nieuwe huis waarschijnlijk maar 1 verdieping zou hebben want "huizen met 2 verdiepingen storten veel makkelijker in".

Ze vond het maar vreemd dat het zoveel regende. Dat had ze nog nooit meegemaakt. Haar ouders ook niet. Zelfs haar oma had nog nooit een dergelijke overstroming meegemaakt.

Toen ik haar vroeg of ze in het stadion sliep zei ze dat ze bij familie verbleef. Ze vertelde dat ze naar het stadion was gekomen omdat ze gehoord had dat er om 3 uur kleren zouden worden uitgedeeld aan kinderen. Die kon ze goed gebruiken, want ze had alleen de kleren die ze aanhad. Ze liet zien dat tijdens het vluchten haar sandaal kapot was gegaan. Ze zei dat er waarschijnlijk ook speelgoed zou worden uitgedeeld, "voor de kleine kinderen" voegde ze eraan toe.

Na een tijdje pakte ze mijn hand en vroeg ze of ik mee ging kijken naar de mensen die de kleren aan het sorteren waren. Ze zei dat ze hoopte dat de kleren verdeeld zouden worden in jongenskleren en meisjeskleren. Ik zei dat ik dat een goed idee vond, want wat moet een jongen met een rokje? Een geslaagd grapje aan de lach te zien. Na een tijdje zag ik Antonino vertrekken en dus was het tijd om afscheid te nemen.

's Middags besloot ik terug te gaan. De organisatie was nog druk bezig met het uitdelen van kleding. Ineens zag ik Dayma tussen de mensen staan. Met een nieuwe trui aan. Ze herkende mij ook, nam me meteen bij de hand en bracht me naar haar moeder en zusje. Daar werd ik uitgenodigd erbij te komen zitten. Met zijn viertjes hebben we een hele tijd op het gras zitten praten. De moeder vertelde dat ze nog niet terug was geweest naar het huis omdat ze het niet kon aanzien. Ze vertelde ook dat de vader er inmiddels wel in was geslaagd 200 dakpannen uit het ingestorte huis te redden. Ze vertelde dat ze best een groot huis had, waar ze 5 jaar aan gebouwd hadden en dat net af was.

Gelukkig was het gesprek niet de hele tijd zo serieus. We spraken ook over koetjes en kalfjes, de verschillen tussen Nederland en Peru bijvoorbeeld en haar 1 jarige dochter (die ze Mary Jane had genoemd omdat ze die naam in een film had gehoord). Na een tijdje ging ik met Dayma wat rondlopen. Ik vroeg of ze een foto wilde maken. Dat bleek een schot in de roos. Het volgende half uur heeft ze met mijn camera rondgelopen om foto's te maken, voornamelijk van mij. Het bleek een prima vorm van afleiding te zijn.

Op een gegeven moment gaf ze me ineens een enorme knuffel. Ik kreeg er gewoon een brok van in mijn keel. Ik vind het zo zielig dat deze arme mensen dit moeten meemaken. Vooral voor de kinderen vind ik het sneu. Dayma, ik zal haar en haar verhaal niet snel vergeten.

dinsdag 26 januari 2010

Van de regen in de drup

Wilde ik afgelopen week nog een bericht schrijven om jullie lekker te maken met het prachtige weer hier, blijk ik toch iets te vroeg gejuicht te hebben. De meeste van jullie zullen inmiddels op het nieuws wel iets hebben opgevangen over de situatie hier: regen, regen en nog eens regen. Er schijnt in 15 jaar (sommigen zeggen 25 jaar en anderen zelfs 40 jaar) niet zo veel regen te zijn gevallen. Okay het is regenseizoen, maar zo veel regen zijn ze hier ook niet gewend.

Het regent hier trouwens niet de hele dag. Terwijl ik dit bericht schrijf schijnt er een stralend zonnetje, fluiten de vogeltjes op de achtergrond en is het lekker lenteweer. Maar elke middag en avond barst de hemel open en dan stort de regen met bakken naar beneden. Vergelijk het maar met zo´n zomerse stortbui in Nederland, maar dan uren achter elkaar.

Wij merken er overigens vrij weinig van, op wat kleine ongemakken na. Ons dak blijkt zo lek als een zeef te zijn, dus elke ochtend staat de vloer blank. Verder is de grond hier in Cusco helemaal verzadigd met water, met als gevolg dat het grondwater via de muren omhoog trekt. Een muur in ons huis die wat lager ligt is dan ook redelijk vochtig en schimmelig.

Nou hebben wij de luxe in een stevig, goed opgeknapt huis in een goede wijk van Cusco te wonen. Voor de mensen in de armere wijken van Cusco en in de vallei ziet het er minder rooskleurig uit.

De armere buurten van Cusco zijn op hellingen gebouwd, bestaan uit huizen van adobe (klei/leem, net als ons huis trouwens) en beschikken niet over geasfalteerde straten. Als het daar regent dan stroomt de modder door de straten, staan de huizen blank en verliezen de muren hun stevigheid door al het water dat ze absorberen. We spraken gisteren met enkele personeelsleden van Hotel Marani, die vrijwel allemaal in dat soort buurten wonen, en zij zeiden dat de huizen langzaamaan aan het verschuiven zijn. Inmiddels zijn er in Cusco ook al een aantal muren en huizen ingestort. Een oma en haar 6 maanden oude kleinkind zijn daarbij helaas overleden.

In de vallei is de situatie wellicht nog erger. De Urubamba rivier is volledig buiten haar oevers getreden. Verschillende huizen zijn al door het water verzwolgen. Natuurlijk zijn dat precies de huizen van de armste gezinnen, want die wonen het dichtst bij de rivier. Barry is gisteren bij Ollantaytambo gaan kijken en zag hoe mensen met hun spullen een veilig heenkomen zochten op de hoger gelegen landbouw terrassen. Hij sprak met een familie die al 2 dagen met al hun spullen op deze terrassen onder een zeiltje bivakkeert.

De vallei is een zeer vruchtbaar gebied en wordt dus ook volop voor landbouw gebruikt. Helaas staan al die velden, met voornamelijk maïs, inmiddels blank. Die mensen kunnen dus wel fluiten naar hun oogst. Ook de aardappeloogst in de hoger gelegen gebieden dreigt te mislukken, want door de vele regen drijven de aardappels inmiddels in het water.

Het water staat overal gevaarlijk dicht onder de bruggen of stroomt er al overheen. In Pisaq heeft de brug het inmiddels begeven, waardoor de weg van Pisaq naar Cusco afgesloten is. Ook de weg van Cusco naar Quillabamba schijnt afgesloten te zijn door een kapotte brug. De weg naar Abancay (de belangrijkste route naar Lima) is ook afgesloten en ook het vliegveld is veel dicht.

En dan hebben we natuurlijk nog Machu Picchu. Verschillende modderstromen hebben het spoor naar Machu Picchu vernield en dus kan er geen trein meer in of uit. De andere "uitgang" via Santa Teresa is levensgevaarlijk op het moment en dus ook onbegaanbaar. Alle inwoners van Aguas Calientes en de naar schatting 2000 nationale en internationale toeristen die daar verblijven zijn nu afgesloten van de buitenwereld. De toeristen worden inmiddels per helikopter geevacueerd, maar of dit ook geldt voor de inwoners is de vraag. De Inca Trail is inmiddels gesloten, omdat de trekking te gevaarlijk is geworden. Afgelopen nacht zijn een Argentijnse toeriste en een Peruaanse gids om het leven gekomen door een modderlawine terwijl ze aan het kamperen waren op de Inca Trail.

Inmiddels is in de provincie Cusco de noodtoestand uitgeroepen en is de provincie tot rampgebied verklaard. De totale schade wordt al geschat op meer dan 125 miljoen euro. En de vooruitzichten zijn niet zo gunstig. Vandaag werd bekend gemaakt dat het waarschijnlijk tot en met maart blijft regenen.

Ik houd mijn hart vast, met name voor de armere mensen die in de sloppenwijken van Cusco wonen en in de vallei. Ik ben met name ook bezorgd over alle mensen waar ik mee werk (leden van het toerisme netwerk). Zij wonen in de gebieden die nu getroffen zijn, beschikken niet over de beste huizen en leven vrijwel allemaal van de landbouw.

Ik heb hieronder wat foto's van Barry en wat filmpjes geplaatst. Overigens is het ook het vermelden waard dat de situatie in Cusco in Nederland eerder het nieuws heeft gehaald dan in Lima! Onbegrijpelijk he!

Een huis stort voor de ogen van Barry in

Bewoners bivakkeren met hun spullen op hoger gelegen gebieden

Mensen kijken naar de ravage

Het leger bewaakt de brug

Nieuwsfoto van de situatie in Aguas Calientes (dorp bij Machu Picchu)




zondag 24 januari 2010

Beroepsrisico

De man van mijn collega werkt als bewaker in de gevangenis van Cusco (ondanks dat hij eigenlijk economie heeft gestudeerd). Tot voor kort werkte hij altijd op de vrouwenafdeling, maar enige tijd geleden is hij overgeplaatst naar de mannenafdeling. Gisteren vertelde hij me dat de afdeling eigenlijk is gebouwd voor ongeveer 800 gevangenen, maar dat er inmiddels 1.300 mannen vast zitten (waaronder redelijk wat buitenlanders vanwege drugsdelicten). Op zich al schokkend genoeg, maar mijn mond viel pas echt open van verbazing toen hij vertelde dat er voor die 1.300 gevangenen slechts 8-10 bewakers beschikbaar zijn!

Overvolle, slecht onderhouden gevangenissen met een personeelstekort zijn eerder regel dan uitzondering in Peru. De man van mijn collega vertelde dat er afgelopen week in Lima een bewaker was vermoord en dat in Huancayo twee bewakers zwaar zijn mishandeld. Hij hoopt dat de regering haar belofte waar maakt en de komende 4 a 5 jaar 4.000 extra gevangenisbewakers wil aanstellen. Ik hoop het ook voor hem.

Voor een interessant en redelijk indrukwekkend achtergrondartikel over Nederlanders in Peruaanse gevangenissen zie hier.

donderdag 21 januari 2010

McDonald’s

Toen ik 5 jaar geleden in Cusco was had de stad nog geen McDonald's. Inmiddels wel. Op de Plaza de Armas nog wel.

Veel mensen in Cusco, Peruanen en buitenlanders, zijn ontzettend tegen de McDonald's. Ze vinden de keten het toonbeeld van Amerikanisering en globalisering. Ze zien het als iets dat absoluut niet thuis hoort in het mooie, traditionele Cusco.

Deels ben ik het wel met ze eens, maar stiekem moet ik bekennen dat ik, net als veel toeristen, er toch ook wel blij mee ben. Okay, het is niet gezond en niet Peruaans, maar wel ontzettend handig als je zin hebt in een snelle hap (zoals na een 2 dagen durende terugreis).

Veel Peruanen zijn ook wel blij met de McDonald's. Ik krijg soms de indruk dat het een zekere vorm van status oplevert als je als Peruaan bij de McDonald's gaat eten of, beter nog, in staat bent er een kinderfeestje te geven. Voor de gemiddelde Peruaan is de McDonald's ook niet heel goedkoop.

Een andere groep die volgens mij ook blij is met de McDonald's, maar dan vanwege een heel andere en veel triestere reden, zijn de straatkinderen. Slim als ze zijn, zijn ze erachter gekomen dat bij de McDonald's gratis eten te halen valt. Ze mogen eigenlijk niet binnen komen, maar regelmatig slaagt een van de kinderen er wel in aan het oog van de drukke medewerkers te ontsnappen en naar binnen te glippen. Vervolgens komen ze aan de tafels vragen of ze een deel van je eten mogen hebben of dat je een Happy Meal voor ze wilt kopen. Menig hart breekt bij het zien van de smekende snoetjes.

Toen wij eergisteren in de McDonald's waren gebeurde dat dus ook. Een schattig uitziend jongetje van een jaar of 3 kreeg van een toerist een stuk hamburger. Ik voelde me meteen mega schuldig over het feit dat ik zojuist mijn resterende frietjes in de vuilnisbak had gegooid en realiseerde me meteen weer dat Cusco niet alleen erg mooi is, maar ook ontzettend arm en een enorm straatkinderenprobleem heeft.

dinsdag 19 januari 2010

We zijn er weer!

Vanochtend zijn we aangekomen in Cusco! Alles voelt meteen weer heel vertrouwd. We hebben meteen ontbeten in ons favoriete restaurantje om onze terugkomst te vieren.

Helaas verliep de terugreis niet helemaal zonder problemen. Liepen we op de heenreis naar Nederland al flinke vertraging op door het winterweer (Schiphol gesloten door sneeuwval, een hoop afgelaste vluchten en vertraging), ook nu waren we weer de klos. Op het vliegveld van Madrid was het zicht schijnbaar erg slecht en dus mochten er maar een beperkt aantal vliegtuigen opstijgen en landen. Gevolg: ruim 2 uur vertraging. We baalden goed, want dit zou betekenen dat we onze vlucht naar Lima zouden missen. Gelukkig bleek in Madrid dat het vliegtuig naar Lima ook vertraging had en op de vlucht uit Amsterdam had gewacht. Best stressvol als je op de schermen ziet dat men bezig is met boarden en je vervolgens op de informatiebordjes leest dat het nog ongeveer 25 minuten is tot de juiste gate. Rennen dus, over dat enorme vliegveld. Gelukkig waren we op tijd. Vervolgens hebben we wel nog een tijd stilgestaan vanwege een technische fout (we stonden al op de landingsbaan en toen moesten we weer terug). Toen dat ook opgelost was konden we vertrekken, met inmiddels 3 uur vertraging. In Lima aangekomen bleek onze bagage in Madrid niet zo snel van vliegtuig te hebben gewisseld als wij. Samen met nog wat Nederlanders stonden we tevergeefs op onze bagage te wachten. Na dat geregeld te hebben (morgen kunnen we onze tassen ophalen op het vliegveld in Cusco) was het alweer middernacht. We hadden eigenlijk een hotel gereserveerd in Lima voor die nacht, maar aangezien ons vliegtuig naar Cusco al om kwart voor 6 die ochtend zou vertrekken vonden we dat niet meer de moeite. En dus hebben we lekker de hele nacht in de Starbucks gebivakkeerd. Ik heb me prima vermaakt door het kijken van "Wie is de mol" onder het genot van een caramel frapuccino. Rond kwart over 4 besloten we in te checken, nog even de luchthavenbelasting betaald, door de controle en op naar de gate. Vrijwel meteen konden we het vliegtuig in en een uur later stonden we in Cusco.

Nu ben ik vooral ontzettend moe, want ik heb 2 nachten vrijwel niet geslapen. Natuurlijk heb ik in het vliegtuig wel redelijk wat uurtjes geslapen, maar niet zo veel en lang achter elkaar. Toch proberen we nu wakker te blijven om meteen in het Peruaanse ritme te zitten. Nog even doorbijten, een lekker broodje eten dadelijk en dan vroeg naar bed.