vrijdag 31 december 2010
Kerst in Cusco
Kerstmis wordt in Peru op 24 december gevierd. Op die dag vindt in Cusco een enorme kerstmarkt plaats, Santurantikuy genaamd.
Een groot deel van de markt bestaat uit geïmproviseerde "kraampjes" van campesinos uit de hooglanden van Cusco, die stukjes mos, gras, takjes, gekleurd zaagsel en een heleboel andere dingen die men zou kunnen gebruiken voor het aankleden van de kerststal proberen te verkopen. Erg mooi om te zien.
Naast alle natuurlijke producten die de campesinos verkopen, zijn er ook een heleboel kraampjes met beelden en andere zaken voor in de kerststal. Peruanen maken behoorlijk wat werk van hun kerststal. Behalve de standaard figuren wordt de kerststal door Peruanen voorzien van een heleboel dieren (ik heb er zelfs een gezien met een neushoorn), riviertjes, vijvertjes, bruggen, tunnels, etc. En hoe kitscherig, hoe beter.
Het belangrijkste van de kerststal is natuurlijk baby'tje Jezus. Die hebben we echt in alle soorten en maten gezien. Naast de beelden worden er ook kleertjes en zelfs pruikjes voor Jezus verkocht. En is baby'tje Jezus per ongeluk een keer gevallen en kapot dan kan je hem altijd nog naar de reparatieservice voor heiligenbeelden brengen.
De rest van de kerstmarkt bestaat uit kraampjes met artesanía (souvenirs) en speelgoed. We hebben echt de meest bijzondere dingen gezien.
Zoals ik al zei komen veel campesinos uit de hooglanden naar Cusco in de hoop wat spulletjes te verkopen. Zij komen vaak al de dag ervoor en slapen dan in de buitenlucht onder de balkonnetjes op de Plaza de Armas. Om het voor die mensen, en vooral voor de kinderen, wat leuker te maken worden er warme chocolade en cadeautjes uitgedeeld en lopen er clowns rond om de kinderen te vermaken. De spelletjes en dansjes die ze met de kinderen deden waren echt doodsimpel, maar je zag de straatkinderen van Cusco en de kinderen uit de hooglanden, van jong tot oud, enorm genieten. Ontzettend mooi en zelfs een beetje ontroerend om te zien.
Na afloop van de markt hebben we nog even geborreld in El Cholandés, het Nederlands café in Cusco. En 's avonds hebben we onder het genot van enkele zelfbereide hapjes genoten van wat kleine cadeautjes en een aantal kerstfilms. Al met al was het een zeer geslaagde kerst.
donderdag 16 december 2010
Nieuwe verkeersregels
Sinds 15 november zijn er nieuwe verkeersregels van kracht in Peru en deze keer hebben ze met name betrekking op voetgangers. Sinds deze dag kunnen voetgangers in Peru een boete krijgen als ze een rood stoplicht negeren, niet het zebrapad gebruiken bij het oversteken of op straat lopen in plaats van op de stoep.
In Cusco merken we er eigenlijk weinig van, maar in Lima is er flink op los bekeurd sinds de invoering. Op de eerste dag zijn alleen al 1000 boetes uitgedeeld en 4 dagen na de invoering van de nieuwe regels was er al voor 100,000 sol (ongeveer 25,000 euro) aan boetes uitgedeeld in de hoofdstad. Toen we eind november naar Arequipa gingen zagen we hoe actief de politie aan het bekeuren is. Het was eigenlijk best wel grappig om te zien. Ze stonden strategisch opgesteld op de hoeken van de Plaza de Armas (centrale plein). Iedereen die het zebrapad negeerde werd zonder pardon aangehouden en bekeurd. Sommigen probeerden nog stiekem weg te glippen, maar meestal lukte dat niet. Mensen probeerden elkaar ook te waarschuwen door te roepen en zwaaien naar mensen die de straat wilden oversteken zonder het zebrapad te gebruiken. Het was een heel schouwspel.
De maatregelen zijn bedoeld om het gevaarlijke gedrag van Peruanen in het verkeer te veranderen. De hoop is dat voetgangers zich meer bewust worden van de gevaren in het verkeer en zich veiliger gaan gedragen. Ik vind de nieuwe regels eigenlijk nogal stom. Het zijn niet de voetgangers die het gevaar vormen, dat zijn alle chauffeurs zonder verantwoordelijkheidsgevoel en met een doodswens. Ze zouden de automobilisten eigenlijk veel harder aan moeten pakken in plaats van de voetgangers. Ik maak eigenlijk nooit gebruik van het zebrapad. Ik kijk wel uit. Want stoppen voor een zebrapad kennen ze hier in Peru niet. Gelukkig lijkt daar nu wel verandering in te komen, in ieder geval voor de zebrapaden waar de politie staat te controleren.
maandag 13 december 2010
Autoproblemen
Een paar weken geleden was ik samen met Antonino op weg naar Patacancha. Op een zanderig weggetje haalden we een klein vrachtwagentje in dat in de berm stond geparkeerd. Precies op het moment dat wij hem passeerden reed de vrachtwagen echter aan, waardoor hij ons in de flank raakte. Gelukkig was er niet echt iets aan de hand, alleen de zijkant van de auto was flink gedeukt en bekrast. Uiteraard lag de schuld bij de vrachtwagenchauffeur. Hij had overduidelijk niet in zijn achteruitkijkspiegel gekeken voordat hij besloot te vertrekken. Sterker nog, bij nadere inspectie bleek hij helemaal geen achteruitkijkspiegel te hebben. Tenslotte bleek de chauffeur ook nog eens niet in het bezit van een rijbewijs. Het probleem kon niet onderling opgelost worden en dus gingen we naar de politie. Helaas voor ons bleek de zus van de chauffeur getrouwd te zijn met een neef van de politiecommissaris (of zoiets) en dus werd het ons op het politiebureau erg moeilijk gemaakt. Er werd besloten geen aangifte te doen en de dag erna naar een notaris te gaan om zwart op wit te laten zetten dat de chauffeur de schade zou vergoeden. Of dat uiteindelijk ook gebeurd is weet ik eerlijk gezegd niet.
Het tweede voorval heeft ook met de auto te maken. Een paar maanden geleden werden namelijk de zijspiegels van de nieuwe auto van CENFOPAR gestolen. Alleen de spiegels, het plastic omhulsel hadden ze gewoon laten zitten. De verzekering wilde wel iets vergoeden, maar geen nieuwe spiegels. Ze boden aan een nieuw wiel te leveren. Logisch toch? CENFOPAR had niks aan een nieuw wiel. Dat hebben ze dus verkocht en voor het geld hebben ze 4 speciale banden gekocht voor het regenseizoen. En de spiegels zijn inmiddels provisorisch vervangen door de lokale glasboer. Iedereen tevreden.
vrijdag 3 december 2010
GENOEG=GENOEG
De regering dreigt dubbel te bezuinigen op de hulp die rechtstreeks terecht komt bij ondernemende mensen en hun organisaties in arme landen. Na een forse eerste korting begin november, wil de regering nu opnieuw snijden in deze hulp. Daardoor worden zij met meer dan een derde gekort. GENOEG=GENOEG! Om dit tegen te houden hebben de Nederlandse ontwikkelingsorganisaties, w.o. ICCO, de handen ineen geslagen met een gezamenlijke actie tegen de extra bezuinigingen. Met de actie GENOEG=GENOEG komen we in actie tegen het voorstel van Ben Knapen.
Help ons mee!
Stop de tweede korting op ontwikkelingswerk! Ga naar www.genoegisgenoeg.nu en lees de artikelen over de gevolgen van deze onmogelijke bezuiniging. Schud iedereen wakker door de artikelen te delen via je eigen Twitter-, Facebook-, LinkedIn- en andere sociale netwerken.
Doe dit voor 6 december, zodat we de politiek duidelijk maken dat deze extra bezuiniging niet door kan gaan.
Help mee, want GENOEG=GENOEG!
dinsdag 9 november 2010
Manu
Maar ondanks het vroege opstaan, de enorme hitte en luchtvochtigheid en de altijd aanwezige muggen geniet ik met volle teugen. Ik bevind me in Manu, een nationaal park in de Peruaanse Amazone. Volgens de reisgidsen is het een van de mooiste stukken regenwoud ter wereld en volgens de wetenschappers het gebied met de grootste biodiversiteit op aarde. Nu ik er eindelijk zelf ben kan ik die feitjes alleen maar beamen. Het is er prachtig.
Het heeft wel even wat moeite gekost om er te komen. Het park Manu ligt behoorlijk afgelegen, en de Gereserveerde Zone van het park, het gedeelte waar onder strenge controle slechts wetenschappelijk onderzoek en ecotoerisme toegestaan is, ligt nog verder weg. Om bij dit gebied te komen moet allereerst een busreis van ongeveer 9 a 10 uur worden afgelegd en vervolgens een boottocht van ongeveer 9 uur. Maar dan ben je wel in een zeer ongerept stuk regenwoud, waar per jaar slechts ongeveer 3000 toeristen en enkele onderzoekers komen. Zeer de moeite waard dus!
De eerste dag bestaat voornamelijk uit de busreis richting het park. Allereerst moeten we de hoge Andes toppen over. Na ongeveer 4 uur komen we aan in Paucartambo, een gezellig uitziend koloniaal dorpje waar we ontbijten. We vervolgen de weg per bus. Af en toe is het wel even slikken als de bus over de smalle, hobbelige en glibberige weg rijdt en ik vanuit het raam de enorme afgronden in kijk. Zo nu en dan stappen we uit om stukken te wandelen en vogels te spotten, zoals de cock-of-the-rock, de nationale vogel van Peru. Laat in de middag komen we aan bij de Posada San Pedro, onze overnachtingsplek. Onervaren als Barry en ik zijn leggen we onze spullen in de kamer en gaan we naar de gezamenlijke ruimte om te kletsen met de rest van de groep. Dat we het beter anders aan hadden kunnen aanpakken blijkt als we terug komen op de kamer en overal enorme kakkerlakken zitten. Vanaf nu maak ik meteen bij aankomst (en bij voorkeur bij daglicht) mijn bed op, leg mijn tassen op mijn bed en trek de klamboe strak om mijn matras heen. Lesje geleerd.
De tweede dag vervolgen we onze reis per bus. We stoppen bij een coca plantage en bij een kleine nederzetting. Na 3 uur komen we aan in Atalaya, waar we regenlaarzen lenen en we samen met onze gids, kok en bootman aan boord gaan van onze boot. Na nog eens 2 uur in de boot komen we aan bij de Pantiacolla Lodge. Daar maken we in de middag onze eerste wandeling door het regenwoud. 's Avonds genieten we van een heerlijk frisse, koude douche bij kaarslicht. Een aparte ervaring om bij kaarslicht te douchen, maar noodzakelijk in dit soort ecolodges, waar geen electriciteit is.
Regenwoud gezien vanaf de boot
De Pantiacolla Lodge
De vierde dag staat in het teken van de macaw clay lick, een kleimuur waar papegaaien en parkieten klei komen eten. Helaas komt de regen 's ochtends met bakken uit de lucht. We besluiten toch te gaan en in de observatietoren te wachten tot de regen ophoudt. Dat lijkt echter niet te gebeuren. De gids kondigt aan uiterlijk tot 12 uur te wachten. En als bij een wonder stopt om kwart voor 12 ineens de regen. Meteen komen de macaws aanvliegen. We zouden eigenlijk moeten vertrekken, maar de gids snapt ook wel dat we nu niet weg willen net nu de macaws zich laten zien. Na een tijdje is een groep van wel 60 macaws te zien en horen! Veel later dan gepland, maar helemaal gelukkig dat we de macaws toch nog gezien hebben, vertrekken we voor het vervolg van het programma. Allereerst gaan we naar een uitkijkplatform in een 40 meter hoge kapok boom, een van de reuzen van het regenwoud. Vervolgens is het tijd voor de boottocht naar de Yine Lodge, deze keer tegen de stroom in. Geen makkie aangezien de rivier vol ligt met puin en boomstammen door de hevige regen van die ochtend. De bootman slaagt erin, ondanks dat het pikkedonker is, de boot tussen de stammen door te manoeuvreren en de lodge te vinden.
Macaws die klei eten
Barry 40 m. boven de grond in een kapok boom
Een capibara! (soort grote cavia)
Genieten van de boottocht over het meer
Spin gezien tijdens de nachtwandeling
Een woolly monkey die ons probeert weg te jagen
Op dag 7 zitten we bijna de hele dag in de boot voor de terugreis van ons kamp in de Gereserveerde Zone naar de Pantiacolla Lodge. Onderweg stoppen we op een strandje voor een sanitaire stop. Zonder het te weten stapt een van onze groepsleden in het drijfzand en zakt er tot boven zijn knieën in weg. We moeten er erg om lachen. Bij de Pantiacolla Lodge aangekomen relaxen we in de hangmatten. 's Avonds krijgen we een culturele show te zien van een inheemse bevolkingsgroep, de Harakmbut. We hebben een beetje een dubbel gevoel bij de show. Het is natuurlijk wel goed dat deze mensen op deze manier iets verdienen aan het toerisme en hun cultuur in stand houden, maar het voelt toch een beetje als fout aapjes kijken. Er wonen trouwens nog steeds een aantal inheemse bevolkingsgroepen in volledige of gedeeltelijke isolatie in Manu (de zogenaamde uncontacted tribes).
Optreden van de Harakmbut
De een na laatste dag brengen we volledig door rondom de lodge. In de middag staat eigenlijk een bezoek aan de hot springs op de planning, maar niemand van onze groep voelt er iets voor om in deze hitte in warmwaterbronnen te gaan zitten. We besluiten nog een wandeling te gaan maken en zien een zeer zeldzame grison, een soort grote wezel. 's Avonds proosten we met de groep op de mooie reis. Na het eten gaan we samen met een bioloog die toevallig in de lodge is op zoek naar kikkers. En die vinden we in grote getale. Het lijkt wel alsof ze speciaal voor ons poseren, zo mooi zitten ze op de rietstengels aan de oever van het moerassig meertje.
En dan is het alweer tijd voor de terugreis. Eerst ruim 3 uur in de boot en vervolgens ruim 10 uur in de bus. Barry en ik krijgen er weinig van mee want we slapen het grootste gedeelte van de reis. Moe maar zeer voldaan.
woensdag 27 oktober 2010
Cavia's en Kaas
Samen pauzeren en thee drinken
Op zaterdag hebben de jongeren in groepjes de huizen van enkele leerlingen van de middelbare school in Patacancha bezocht. Ze waren erg onder de indruk. Ten eerste moesten sommigen behoorlijk ver lopen (en dat op grote hoogte), vervolgens kregen ze vreemde dingen te eten (soep met ingewanden, gedroogde aardappels en cavia, ieehhh!) en tenslotte ervoeren ze hoe zwaar het werk op het land is voor de mensen in deze streek. ’s Avonds hadden we een filmavond. Allereerst werd er een algemeen filmpje over Nederland getoond en vervolgens 3 filmpjes die de Nederlandse leerlingen zelf hadden gemaakt. Heel erg leuk om te zien!
Voetballen verbroedert
De zondag stond in het teken van identiteit en interculturaliteit. De dag begon met een religieuze ceremonie door de Patacanchinos: een betaling aan Moeder Aarde.
Betaling aan Moeder Aarde
Vervolgens waren de Nederlanders aan de beurt. Omdat niet iedereen in de groep religieus was hadden de Nederlanders zelf een ceremonie bedacht die voor iedereen betekenis had. Het uitgangspunt was het Nederlandse gezegde “iedereen moet zijn steentje bijdragen”. We gingen met zijn allen in een cirkel staan en vervolgens kreeg iedereen een steentje. Een voor een legden we het steentje in het midden van de cirkel en zeiden we waar wij ons steentje aan wilden bijdragen. Er werden steentjes bijgedragen aan de gezondheid van de familie, aan een tolerantere wereld, aan een wereld zonder honger, aan meer respect voor de natuur, etc. Het was erg mooi.
Iemand uit Patacancha "draagt zijn steentje bij"
Na de ceremonies werd er in groepjes nagepraat. Over en weer werden er vragen gesteld over elkaars ceremonies. Zo wilden de Patacanchinos weten of die blauwe glazen steentjes in Nederland op de grond liggen, waarom enkele meiden moesten huilen tijdens de ceremonie (voor hen is het heel onbegrijpelijk om in het openbaar je gevoelens te tonen) en of wij in de Apus (berggoden) geloven. De Nederlanders op hun beurt wilden bijvoorbeeld weten wanneer de Betaling aan Moeder Aarde wordt gedaan, waarom, of iedereen het kan doen en waarom we wijn op de grond moesten sprenkelen. Erg interessant.
Nabespreking van de ceremonies
’s Middags gaven de Nederlandse studenten een presentatie over de verschillende bevolkingsgroepen die in Nederland leven (autochtonen en allochtonen). De wenkbrauwen van de jongeren uit Patacancha werden even gefronst bij een foto van een Turks badhuis. Verder werd er ingegaan op de verschillende achterstanden die allochtonen in ons land hebben en op vooroordelen.
Achterstanden uitbeelden
De laatste activiteit van de dag ging over identiteit en elkaar leren kennen. In groepjes van twee moesten de jongeren elkaar interviewen. Allereerst werden in de groep de vragen bedacht. Natuurlijk vonden zowel de jongeren uit Nederland als Patacancha de vraag “of je een vriendje/vriendinnetje hebt” erg belangrijk. Het idee was dat enkele tweetallen hun interview zouden presenteren, maar telkens als een paar klaar was met presenteren stond het volgende enthousiaste tweetal al weer klaar, met als gevolg dat uiteindelijk iedereen zijn interview gepresenteerd heeft. Vooral de vraag “wat zijn je hobby’s” leverde opmerkelijke antwoorden op. Waar de Nederlanders antwoorden gaven als winkelen, muziek luisteren en computeren, antwoordden de Patacanchinos mijn moeder helpen met het huishouden, op het land werken en voor de dieren zorgen. Een interessant leermoment. Hobby’s bestaan voor mensen uit de bergdorpen eigenlijk niet. Zelfs de kinderen zijn eigenlijk buiten school altijd aan het werk.
Thomas (NL) en Daniel (Patacancha) delen de uitkomsten van hun interviews
Gisteren hebben de Nederlandse studenten lessen gevolgd op de middelbare school van Patacancha. In de middag werd daarover nagepraat. Walter, oprichter van Stiching HoPe, de stichting die de middelbare school heeft opgezet, vertelde volop over de situatie zoals die nu is en zoals die vroeger was. Schrijnende verhalen passeerden de revue. Zoals leraren die vroeger een aanstelling voor het leven kregen en niet eens ontslagen werden als ze leerlingen verkrachten, of leraren die nooit op kwamen dagen of altijd dronken waren, leraren die met een megafoon en stok voor de klas stonden om boven het lawaai van de leerlingen uit te schreeuwen en af en toe een tik uit te delen, dorpen waar niet eens compleet basisonderwijs werd gegeven laat staan middelbaar onderwijs, een leraar die een (goed) antwoord fout rekende omdat de leerling hem niet exact geciteerd had. Heel erg indrukwekkend om te horen. En mooi om te beseffen dat HoPe ervoor heeft gezorgd dat er zo veel verbeterd is: er zijn tientallen scholen gebouwd, van kleuterscholen en basisscholen tot middelbare scholen, er zijn lesmateriaal en nieuwe, innovatieve lesprogramma’s ontwikkeld, leraren worden bijgeschoold, etc. Niet voor niks wordt de middelbare school in Patacancha als hét voorbeeld beschouwd van hoe middelbaar onderwijs in de bergdorpen van de Andes zou moeten zijn.
Kleine Alfredo (zoon van de kok) wordt ook bij de uitwisseling betrokken
Later op de middag gaven de leerlingen uit Patacancha een presentatie over discriminatie en vooroordelen. Door middel van theater werden verschillende discriminerende situaties uitgebeeld. Er werd hard gelachen om de sketches, maar helaas werd er niks overdreven en zijn veel van de discriminerende situaties voor de indianen in de hooglanden dagelijkse realiteit. De presentatie werd ondersteund door een PowerPoint presentatie. De jongeren uit Patacancha vertelden dat mensen uit de stad vaak denken dat ze dom zijn en niet met computers overweg kunnen. “Let’s prove them wrong” moeten ze hebben gedacht.
Altijd leuk
Maandagavond heb ik de groep gedag gezegd en ben ik weer vertrokken naar Urubamba. Van tevoren wist ik eigenlijk niet zo goed wat ik van zo’n uitwisselingsbezoek moest verwachten, maar ik was zeer aangenaam verrast. Ik heb echt 3 ontzettend leuke dagen gehad. Het was niet alleen voor hen, maar ook voor mij een leuke, indrukwekkende, waardevolle en interessante ervaring. Ik werd soms zelfs een beetje emotioneel. Op het moment zelf wist ik niet zo goed waarom, maar achteraf gezien denk ik dat het kwam doordat ik me realiseerde hoe zeer ik Peru met haar prachtige natuur, mensen en cultuur zal gaan missen als ik over 3 maanden hier klaar ben.
Wie meer wil weten over het uitwisselingsproject Going Global van Edukans zie hier.
maandag 18 oktober 2010
Overlast in Urubamba
Videofilmpje van de situatie om 3 uur vanmiddag. Zoals je ziet liggen overal enorme stenen en stroomt het water nog steeds door de straat.
Het water heeft enorme stenen meegenomen. De een na de andere vrachtwagen wordt gevuld met de stenen die nu in de hoofdstraat (en zijstraten) liggen.
Mensen proberen de stoep puinvrij te maken.
Dweilen met de kraan open (letterlijk).
Filmpje van de situatie onderaan de hoofdstraat.
Kapotte middenberm (was pas aangelegd).
De situatie bij de benzinepomp onderaan de hoofdweg. Links stroomt de rivier waar men de modder naar probeert af te voeren, niet makkelijk aangezien er ook veel doorgaand verkeer over de weg moet.
Lekker op blote voeten door de modder lopen; had ik beter ook kunnen doen.
Zandzakken voor de deur leggen voor als het vanavond weer mocht gaan regenen.