Na de wat serieuze en droevige verhalen van de afgelopen week is het nu tijd voor iets vrolijkers en luchtigers. Vorig weekend ben ik samen met Suzanne en Jaime (2 vrienden uit Cusco) naar het religieuze festival Qoyllur Riti geweest. Ik had er weinig over gehoord en gelezen en wist er dus niet zoveel van af behalve dat het prachtig moest zijn. En dat was het zeker! Het festival heeft al mijn verwachtingen overtroffen en het is beslist een van de mooiste dingen die ik ooit heb gezien.
Qoyllur Riti is eigenlijk een bizar festival. Ik begrijp er nog steeds het fijne niet van, maar misschien is dat juist de charme ervan. Het festival duurt 3 dagen en begint met een pelgrimstocht naar de plek waar in 1783 een afbeelding van Christus zou zijn verschenen. Gedurende de drie dagen wordt er op deze plek gedanst, gezongen en gebeden. Er zijn kerkdiensten, mensen branden kaarsjes en staan uren in de rij om de kerk in te kunnen. Het festival heeft dus een erg christelijk karakter. Toch bestond het festival waarschijnlijk al lang voordat in 1783 christus zou zijn verschenen. Alleen draaide het festival toen niet om christus, maar om de 'apus' (de berggoden). Ook dat element zie je tegenwoordig nog sterk terug. Met name op de derde dag, de belangrijkste dag van het festival, wanneer de mensen de gletsjer beklimmen, er rituelen uitvoeren en terugkeren met blokken ijs die dienen als heilig water. Het festival draait dus zeker ook om het aanbidden en zoet houden van de apus. Een duidelijkere mix tussen het christelijk geloof en het geloof in natuurgoden is nauwelijks denkbaar.
Het festival wordt jaarlijks door duizenden indigenas bezocht. Het schijnt dat sommigen zelfs uit Bolivia, Chili en Ecuador komen. Naast de indigenas wordt het festival ook bezocht door enkele tientallen toeristen, waaronder dus wij.
Om zes uur vertrokken we in een busje vanaf Cusco naar het dorpje Mawayani, het beginpunt van de pelgrimstocht gelegen op 4.600 m. hoogte. De omgeving onderweg was prachtig, maar daar hebben we alle drie weinig van meegekregen omdat we heerlijk lagen te slapen. Het dorpje Mawayani is normaal gesproken redelijk uitgestorven, maar nu krioelde het er van de bussen, auto's, kraampjes, mensen en dieren. Rond 9 uur begonnen we aan de pelgrimstocht. Meteen werden we ingehaald door een van de honderden groepen die jaarlijks deze tocht maken. Elke groep wordt begeleid door een muziekband en dus liepen we met een traditioneel muziekje op de achtergrond omhoog. Ik vind het trouwens ongelofelijk dat deze mensen op deze hoogte al wandelend een fluit kunnen bespelen. Het eerste deel van de tocht was ontzettend steil en ik kwam al snel nauwelijks meer vooruit. Gelukkig hoefden we alleen in het begin te stijgen en was de route daarna redelijk vlak.
De pelgrimstocht voert langs een aantal kruizen en bij elk kruis stoppen de groepen en voeren ze een ritueel uit. Erg mooi en bijzonder om te zien. Bij elk van de kruizen besloten wij, net als de pelgrims, even een moment uit te rusten en van het spektakel, de mensen en het uitzicht te genieten.
Hoe langer we liepen, hoe drukker het werd. Uiteindelijk liepen we bijna in file omhoog. En de hele tijd werden we begeleid door muziek en zang van de tientallen groepen om ons heen. Echt prachtig.
Tegen het einde leek het wel alsof mijn rugzak twee keer zo zwaar was geworden en of mijn hart uit mijn lijf bonkte, maar na 5 uur lopen kwamen dan toch aan bij het heiligdom op ongeveer 4.800 m. hoogte. De eerste aanblik van het terrein was ronduit indrukwekkend. Duizenden en duizenden mensen waren voor ons al aangekomen en er stonden overal tentjes.
We besloten eerst even wat te gaan eten bij een van de vele eettentjes. Ik vind het echt onbegrijpelijk hoe die mensen van die eettentjes erin zijn geslaagd om complete gasfornuizen, gasflessen, zakken aardappels, bankjes, varkenskadavers, en enorme pannen mee naar boven te nemen. Er moet echt een heel leger paarden aan te pas zijn gekomen om al die spullen op die plek te krijgen. Na het eten zochten we een plekje voor onze tentjes en zetten we onze tentjes op. Inmiddels was het al redelijk laat en werd het steeds kouder. 's Avonds hebben we nog even rondgelopen op het terrein en ons vergaapt aan de vele dansgroepen, de honderden brandende kaarsjes, en de duizenden toeschouwers. De energie en toewijding van de mensen op die plek is echt niet te beschrijven. Vanuit onze tentjes hebben we later op de avond nog een tijdje genoten van het uitzicht op het terrein en de enorme kakofonie aan muziek, zang en geroep.
Rond een uur of negen vielen we bijna om van de slaap en besloten we onze slaapzakken in te duiken. Met kleren aan welteverstaan, want het kwik was inmiddels onder nul gedaald en het was pas negen uur. Ik had een maillot aan, een gevoerde broek, 2 paar sokken en een paar oversokken, 2 t-shirts, een trui, 2 fleece vesten, een muts en handschoenen en zo ben ik mijn slaapzak ingedoken. Echt lekker heb ik trouwens niet geslapen, want ik rolde heel de tijd naar de zijkant, had het af en toe toch nog koud en op de achtergrond klonk de hele nacht door muziek, zang en vuurwerk. Toen ik om 5 uur 's ochtends mijn tent uitkroop had ik het idee dat mijn handen ter plekke bevroren. Ik was verbaasd te zien dat om onze tentjes heen mensen in deze kou gewoon in de buitenlucht sliepen onder wat dekens en soms een stuk plastic.
Omdat ik toch niet meer kon slapen ben ik maar op een steen naast mijn tentje gaan zitten om te genieten van het uitzicht. Om half 6 's ochtends stonden er alweer (of nog steeds) honderden mensen en dansgroepen in de rij om de kerk in te mogen. Rond een uur of zes bleek dat wij onze tentjes hadden opgezet op een plek die eigenlijk van anderen was (omdat zij de plek vlak hadden gemaakt?!) en dus moesten in allerijl onze tentjes worden afgebroken.
We besloten te gaan ontbijten en betaalden de mensen van het eettentje wat om de rest van de ochtend op onze tassen te letten. Inmiddels was de zon gaan schijnen en werd het steeds warmer. Het is echt onbegrijpelijk dat je 's nachts bijna doodvriest terwijl je overdag bij wijze van spreken in een t-shirtje rond zou kunnen lopen. Tijdens onze wandeling over het terrein kwamen we op een plek waar nog een belangrijk aspect van het festival ten uitvoer werd gebracht. Honderden mensen waren namelijk bezig met het bouwen van kleine huisjes van stenen. Die werden vervolgens ingewijd met een vuurwerkrotje en een nepkoopakte, ondertekend door een nepnotaris. Mensen hier geloven namelijk dat ze door dingen te simuleren en door te bidden tot de señor de Qoyllur Riti het geluk over zich kunnen afroepen. Wil je volgend jaar graag een nieuw huis, dan bouw je hier een huisje van stenen. Wil je volgend jaar trouwen dan simuleer je hier de trouwceremonie. Wil je graag een auto dan koop je een van de vele speelgoedautootjes bij de kraampjes. En wil je graag rijk zijn dan koop je nepgeld, in soles of dollars verkrijgbaar. Het leek wel alsof alle volwassenen ter plekke kind waren geworden. Prachtig om te zien.
Rond het middaguur besloten we de terugweg aan te vangen. Deze keer met onze rugzakken op een paard, want we hadden geen zin meer om nog een keer onze spullen zelf te moeten dragen. Helaas hebben we de derde dag van het festival moeten missen, maar deze twee dagen waren al mooier dan ik ooit had gedacht. Ik ben erg onder de indruk van de devotie, energie en kracht van al die duizenden pelgrims. Het mooie is dat we in die twee dagen misschien een dertigtal toeristen hebben gezien tegenover duizenden indigenas. Dat bewijst maar weer dat dit festival nog authentiek is. Het is écht en wordt niet in stand gehouden of opgezet voor toeristen, zoals zoveel van de festivals in Cusco. Een ervaring om nooit te vergeten. Volgend jaar ga ik zeker weer, maar dan samen met Barry.
Het filmpje hieronder geeft een goed beeld van het festival. Probeer niet te letten op de irritante voice over en geniet van de beelden.
Hoi Anouk,
BeantwoordenVerwijderenWat een indrukwekkend verhaal,dit zul je niet gauw vergeten.
Groetjes en nog veel succes,
Hermine.