vrijdag 24 juli 2009

Leven in Patacancha

Gisteren en eergisteren zijn Barry en ik in Patacancha geweest. Als een soort proeftoerist hebben we het toeristisch project bezocht dat CENFOPAR steunt. Voor mij natuurlijk erg belangrijk, want als ik deze mensen wil helpen moet ik hun toeristisch project natuurlijk wel door en door kennen.

Ondanks dat we eigenlijk maar een dag in Patacancha zijn geweest heb ik me in deze 24 uur verschillende keren verbaasd en verwonderd. Ik realiseerde me eens te meer hoe anders deze mensen leven. Een kleine greep uit mijn indrukken:

  • Op de dieren passen is vaak de verantwoordelijkheid van de kinderen in het gezin. De dieren grazen echter niet in de achtertuin, maar op hoogvlaktes kilometers ver van het dorp. Voor ons is het onbegrijpelijk, maar voor onze gastfamilie de normaalste zaak van de wereld, dat hun 3 kinderen van 3, 4 en 8 jaar oud in hun eentje ergens op de hoogvlakte op de lama's, alpaca's, schapen, koeien en paarden aan het passen zijn. Omdat het vakantie is hoeven ze niet terug naar huis en blijven ze op de hoogvlakte slapen om te voorkomen dat de dieren 's nachts geroofd worden of opgegeten worden door vossen of poema's. Toen ik vroeg wat ze dan eten werd me verteld dat de dochter van 8 prima in staat is een maaltijd te bereiden.
  • Terwijl ik 's nachts met een maillot, broek, hemd, t-shirt, trui en twee paar sokken aan nog lag te bibberen onder mijn 4 dekens slapen deze kinderen dus gewoon ergens op de hoogvlakte. Waarschijnlijk in de open lucht of in een geïmproviseerd tentje. Onbegrijpelijk.
  • De moeder van het gezin bleek trouwens pas 26 jaar te zijn. Vreemd om te bedenken dat iemand van ongeveer mijn leeftijd in Patacancha al getrouwd is, een huishouden runt en 3 kinderen heeft, waarvan de oudste 8 jaar is. Waarschijnlijk is ze dus erg jong getrouwd en zwanger geworden, maar dat is hier eerder regel dan uitzondering. Later die dag kwam een vriendin op bezoek. Ze zag eruit als 17-18, maar had wel al een kind van minimaal anderhalf jaar.
  • Dat er trouwens niet meer ongelukken met kinderen gebeuren is me ook een raadsel. Kinderen hebben in Patacancha op heel jonge leeftijd al vrij veel verantwoordelijkheid en vrijheid. Er wordt lang niet zo goed op de kinderen gelet als in Nederland. Het komt regelmatig voor dat Barry en ik zeer jonge kinderen alleen zien rondlopen of op een stoepje zien zitten (niet alleen in Patacancha, maar ook in Cusco zelf). Daar moet je in Nederland toch niet aan denken. Maar goed, kinderen zijn hier op jonge leeftijd ook wel veel zelfstandiger dan in Nederland. Ik ken geen enkel 8 jarig kind dat zelf in staat is een warme maaltijd te bereiden.
  • En dan die viezigheid. De man van het gezin was samen met zijn buren een huis aan het bouwen. Na een dag hard werken duikt hij waarschijnlijk met deze kleren aan gewoon zijn bed in om de volgende dag op te staan en met dezelfde kleren aan weer aan het werk te gaan. En terwijl ik in de keuken aan het kijken was naar de vrouwen die het eten aan het klaarmaken waren viel me op hoe vaak de rokken worden gebruikt om de handen aan af te vegen. Maar niemand loopt in zulke vieze kleren rond als de kinderen. Truien en jassen zitten vol snot en spuug en broeken vol modder, maar dat schijnt helemaal niet uit te maken. Waarschijnlijk is het toch dweilen met de kraan open om deze kinderen elke dag schone kleren aan te trekken.
  • De vader van het gezin werd bij het bouwen van het huis trouwens geholpen door zijn 11 jarige buurjongen. Deze jongen woont samen met zijn moeder en 3 zussen. Zijn vader was alcoholist (een veel voorkomend probleem in Peru en met name in de hooglanden) en is op een dag gewoon vertrokken. Er is nooit meer iets van hem vernomen. Miguel is dus eigenlijk een beetje de man in huis ondanks zijn 11 jaar. Als een van de mannen hielp hij dapper mee met het bouwen van het huis. Echt een harde werker.
  • De dag erna was Miguel onze gids tijdens een korte wandeling en toen werd toch wel duidelijk dat hij echt nog een kind is. Hij was helemaal onder de indruk van Barry's camera, zakmes en iphone. Hij heeft tientallen foto's van ons gemaakt en keer op keer stelde hij de vraag "en waar is dit voor, en dit…?".
  • Hij stelde ook veel vragen over Nederland. Of we ook koeien hebben. Of we paarden eten. Of er bergen zijn in Nederland. Of er condors vliegen. We legden uit dat Nederland vlak is en aan de zee ligt. Enthousiast liep hij naar een klein poeltje toe en vroeg of de zee er hetzelfde uitziet als dat poeltje. We probeerden uit te leggen dat de zee oneindig groot is, maar ik vraag me af of hij snapte wat we bedoelden. Hij vroeg ook hoe lang het wandelen is van Nederland naar Patacancha. Tja….
  • Als een volleerd bioloog spotte Miguel trouwens de kleinste vogeltjes en kende hij van elk beestje de Quechua naam. Geleerd van zijn moeder. Vervolgens probeerde hij wel tot twee keer toe een vogeltje dood te gooien met een steen om het vogeltje te kunnen eten.
  • Eigenlijk is dat wel begrijpelijk want in Patacancha eet men zelden vlees. Kippen hebben ze eigenlijk niet. Af en toe eten ze vis of cavia, vrijwel altijd als er iets te vieren is. Zoals op onze tweede dag toen gevierd werd dat het dak van het huis af was.

Eigenlijk leven we in twee verschillende werelden. Twee werelden die door het toerisme steeds dichter bij elkaar komen. Ik ben er nog steeds niet uit of dat nou een goede of een slechte ontwikkeling is. De tijd zal het leren.

Jong gezinnetje

Kinderen in vieze kleertjes

Miguel test de camera uit

Kleine man, grote man

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.